Pentekening 2022/7 – KLAAS VAN KIETEN – DE REUS VAN SPAARNWOUDE

Een mooi rustig tekenplekje ingeklemd tussen A9, N200 en Haarlem: Spaarnwoude, in de 11e eeuw Spirnerewalt geheten, wat wold bij het Spirne betekende, oftewel een zompig bos bij het Spaarne, bestaat uit een paar huizen, boerderijen en de kerk, die gebouwd zijn op een uitloper van de noord-zuidzandwal. In de 11e eeuw zijn de wolden gekapt en begon men met ontginning van de uitgestrekte veengebieden die ten oosten van de strandwal liepen. Door de ontginning zakte het land en was het uitsluitend nog geschikt voor veeteelt.

Pentekening Stompe kerk Spaarnwoude
Tekening gemaakt met bamboepen en inkt

In de 13e eeuw werd het St. Gertrudiskerkje gebouwd, die zoals zovele kerken in de 80-jarige oorlog is verwoest. De toren, net als de kerk van Uitgeest en Heemskerk met gemetselde spits, bleef bewaard, zij het dat de spits bij restauratie in 1844 wegens geldgebrek is vervangen door een laag dakje van hout voorzien van dakpannen. Het kerkje is in 1764 herbouwd voor de hervormde eredienst maar werd al in 1880 gesloten evenals ‘De Akker Gods’, het rond het kerkje gelegen kerkhof.

Schilderij van Frans Baljon

In de jaren twintig van de 20e-eeuw werd het kerkje gebruikt als atelier door kunstschilder Frans Baljon, die er uiteraard een schilderij van maakte. Hij vertrok in 1932. Na de oorlog werd het kerkje bewoond door de familie De Raaf. Daarna heeft de beeldhouwer Jan Mulder er gewerkt en nu is het kerkje als klein museum ingericht en cultureel centrum.

Het kerkje in de jaren 50

Spaarnwoude was in de 13e-eeuw ook de woonplaats van Klaas van Kieten, ook wel bekend als de Sparrewouwer Reus. Er zijn diverse bewijzen zoals een ooggetuigenverslag van de Egmondse monnik Willem Procurator, een gebedssnoer, klompen en twee stenen in de kerkmuur van Spaarnwoude die zijn armlengte aangeven. Daaruit valt af te leiden dat hij een lengte had van plm. 2,67 m!
Willem Procurator (rond 1295 geboren in de buurt van Spaarnwoude en kort na 1332 overleden in Egmond-Binnen) ging naar school in Spaarnwoude. Hij werd kapelaan bij de heren van Brederode, waarna hij na een ernstige ziekte rond 1324 opgenomen werd in de abdij van Egmond, waar hij werkte aan zijn kroniek die begint in het jaar 1168 en eindigt in 1332. Op folio 73 in de kantlijn van zijn kroniek maakte Willem een aantekening over de reus van Spaarnwoude “Claes ’t Kleyntge of Claes mette Kuijten” die bij de scholieren in Spaarnwoude veel verwondering en vrees opwekte.

De reus is daarna bekend geworden door Vondel’s Gijsbrecht van Aemstel maar ook door het in 1718 geschreven carnavalslied “Hier zieje van Kieten, het Spaarwouder Reusje”.
Als we Vondel mogen geloven gedroeg de reus zich als een wild beest:
(…) overmits de lange Klaes van Kyten,
De Sparrewouwers reus, zoo onbeschoft als groot,
In alles wat hem dreef hem hulp en bystand boodt, (…)

Het in 1718 gemaakte carnavalslied “Hier zieje van Kieten, het Spaarwouder Reusje”
(Bron: Liederenbank Meertens instituut)

Ook zou hij in 1296 Engeland hebben bezocht met een aantal Nederlandse edelen: Heer Dirk van Brederode, Heer Willem van Egmondt en Heer Henrick Burghgrave van Leyden. Wat het doel van de reis was is niet bekend, maar sommigen denken dat hij meeging als curiosum.V

olgens een oud volksverhaal is de reus in Spaarnwoude geboren op een boerderij die nog steeds op de hoek van Kerkweg en Hoge Dijk staat: de boerderij ‘Claes van Kieten’ (Kerkweg 34). Deze boerderij zou eerst een herberg zijn geweest genaamd ‘Van Outs de laetste Stuyver’. In het middelnederlands betekende het woord ‘keet of kitte’ herberg. De naam van Claes van Kieten zou dan uitgelegd kunnen worden als ‘Claes van de Kroeg’.

Ets van A. Rademaker 1676-1735 Beeldbank NH-Archief NL-HlmNHA_359_3172

Tastbare bewijzen: In de kerk van Spaarnwoude is zelfs nog een eigendom van de reus te vinden, n.l. zijn paternoster (een soort gebedssnoer)! Het gebedssnoer is voorzien van een eikenhouten Lotharings kruis in koper gevat. De holle kralen van lindenhout kunnen worden opengeschroefd. De paternoster van Klaas en dertien houten beeldjes zijn tijdens een brand in 1573 uit de kerk gered door boer Dijkzeul. Bij het beleg van Haarlem werd het dorp namelijk verwoest door Spaanse troepen en ging het kerkje in vlammen op. Alleen de massieve toren en de kerkmuren bleven staan. Tot 1917 zijn deze voorwerpen bij de familie Dijkzeul in bezit gebleven. Sinds 2002 is de paternoster van Klaas Kitten te vinden in het kerkje van Spaarnwoude.

De paternoster
De 16e eeuwse beeldjes

Er wordt in 1936 door Aleyd Kickert ook nog melding gemaakt van een paar grote klompen afkomstig van de reus. Dit schoeisel zou rond 1925 aan een ketting in de muur van de kerk hebben gehangen. Gerrit van den Beldt heeft in 2004 een aantal ooggetuigenverslagen gedocumenteerd van bejaarde mensen die de klompen aan het begin van de 20e eeuw hebben gezien bij de familie Dijkzeul op boerderij ‘Einde Rust’. Ze waren toen al zeer vermolmd. Dit komt overeen met de geschiedenis van de paternoster. Er zou ook nog sprake zijn van een strohoed en een ‘schreed’ van Klaas Kitten, die ergens in de bodem afgedrukt staat. Dit kan echter door niemand met zekerheid worden bevestigd!

Twee stenen in de kerkmuur van Spaarnwoude die de armlengte van de reus van Spaarnwoude aangeven.
Ets van E. van de Velde, 1615-1645, Collectie C.G. Voorhelm Schneevoogt Beeldbank NH-Archief